Piet
Moorman
No Matricule:
1959
– 29.10.1960
|
Piet
Moorman wordt geboren te Zwartsluis (Overijssel) op 29 augustus 1935. LC
27.01.1961 “Algerijnen
zijn doodsbang en lijden vreselijk” Van
onze korrespondent. Piet
Moorman, een 25-jarige Helderse jongen, is gedeserteerd uit het Franse
Vreemdelingenlegioen en behouden in Nieuwediep aangekomen. Hij heeft lang
geaazeld, of hij ons zijn geschiedenis zou vertellen. Hij heeft uiteraard nog
verplichtingen jegens het legioen en represailles van die zijde zijn wellicht
niet geheel en al uitgesloten. Uiteindelijkt heeft hij gezegd: “Ik ben Piet
Moorman uit de Bloemstraat, waarvoor en waarom zou ik bang zijn. Ik vertel u
mijn belevenissen zonder ze op te schroeven, zonder namen te noemen. Ze zijn
vreselijk geweest Luistert u maar... Moorman
vertrok op 2 juli 1959 voor een korte vakantie naar Spanje. Toen daar zijn
geld werd gestolen, probeerde hij in Barcelona, en later in Marseille, werk
te vinden. In laatstgenoemde stad raakte hij met twee Fransen verzeild in een
borrelavond, een gezellige kletserij, waarvan hij trouwens nu nog nog spijt
heeft. De volgende dag werd hij namelijk wakker in het for Sint-Nicolas in
Marseille, in het Vreemdelingenlegioen. Tot op de huidige dag weet hij niet
of hij zijn handtekening heeft gezet. Met
vier Belgen werd de eerste ontsnappingspoging op touw gezet. Een van de
Belgen bleek evenwel een verrader te zijn, zodat het bleef bij de poging die
aansluitend werd “gehonoreerd”met een aframmeling. Vijf dagen later werd
Moorman afgevoerd naar Afrika waar hij in Sidi Bel Abbes grondig werd
aangekleed en “gewijzigd” in militair. Vandaar ging hij naar Algiers waar de
nadere opleiding onder andere tot parachutist volgde. Voor Piet Moorman uit
Nederland die de temperatuur en de zware opleiding niet kon hebben werden het
in eerste instantie twee maanden hospitaal. Daarna terug naar Sidi Bel Abbes
voor de parachutisten-heropleiding. Het
Nederlandse liedje “Balen” is een slap afgietsel van de gevoelens van
PietMoorman jegens het Vreemdelingenlegioen, de bandeloosheid van de mannen
de criminaliteit en het onbeheerste drinken. Zelf noemt hij zijn intrede in
het legioen het gevolg van omstandigheden en daarop gaat hij niet dieper in. Zeker
was hij niet van plan geweest dienst te nemen in een vreemde krijgsmacht
waardoor hij zijn Nederlands staatsburgerschap verloor. Op
tweede kerstnacht 1959 probeerde hij - samen met een Nederlander – opnieuw te
deserteren. Ze liepen in twee dagen 120 kilometer maar de collega was niet
tegen de ontberingen opgewassen. Men melde zich weer. Er volgde een zware
mishandeling, vertelde Moorman. Met de dag werd zijn weerzin groter. Ook
tegen de officieren, en wel in het bijzonder tegen de militairen van Duitse
nationaliteit. In Blida alsnog een speciale opleiding tot parachutist, twee
ongelukken bij het springen. Plaatsing in het 1e regiment parachutisten in
Zeralda met daadwerkelijke acties. De aktiviteiten bestonden voornamelijk uit
het opsporen van Algerijnse rebellen. “Daarbij” aldus Moorman, wordt niet
nauw gekeken. Ook mensen, van wie men niet wist of zij rebellen waren werden
opgepakt en mishandeld. Niet zelden tot de dood optrad. ’t Was vreselijk. Ik
heb gezien hoe ze met elektriciteit de zenuwen van de mensen kapot maakten.
Hoe ze daarbij ook vrouwen en jongens niet spaarden. Hoe ze mensen volgoten
met water. Voedsel en huisraad van de inwoners werden vernield. De mensen
daar lijden verschrikkelijk, zij hebben een ontzettende angst voor de
parachutisten van het Vreemdelingenlegioen, de “groene baretten!” aldus
vertelde Moorman. Op
29 oktober 1960 toen hij eigenlijk nog niet het voornemen had, bleken
plotseling de omstandigheden gunstig voor een derde ontsnappingspoging. Vrij van zaterdagmorgen tot zondagmorgen
miste hij de bus terug. Met zijn reputatie (twee ontsnappingspogingen) stond
te laat komen gelijk met desertie en dat betekende 60 dagen gevangenisstraf
en slaag. Piet Moorman zette op die dag door. Hij had langzamerhand vrienden
met belangrijke posities gekregen één hunner hielp hem bijzonder. En deze
keer lukte het. Een half jaar van voorbereiding werd met succes beloond. De
manier waarop hij ontvluchtte geeft Moorman niet prijs. Wel weet hij dat het
gedurende de zes maanden dat hij in dit eerste regiment diende nog aan
niemand was gelukt te ontkomen. Om
zijn helper niet in moeilijkheden te brengen reisde Moorman over Spanje
terug. Hij wilde daar een week bij
zijn verloofde blijven en via Bilbao naar Nederland. Op 4 november des
avonds kwam hij in Spanje aan. De volgende dag in de trein naar Madrid werden
zijn papieren gecontroleerd en ontdekte men dat hij niet het stempel had
waarop hij Spanje mocht binnenkomen. Hij had het gemakkelijk kunnen krijgen
doch alle inspanningen hadden het hem doen vergeten... Hij
mocht zijn verloofde nog bezoeken maar de volgende dag meldde hij zich in
Madrid bij de politie die hem opsloot naar later bleek voor tachtig dagen.
Interpol zocht intussen uit of hij tot het misdadigersgilde moest worden den
gerekend; Moorman had verteld dat hij uit het legioen was ontsnapt. Ook
in deze Spaanse gevangenis beleefde de de Helderse jongen een nare tijd. Slecht
eten vuile dekens zijn brieven werden niet doorgezonden. Hij begon over zijn
belevenissen te schrijven maar de politie verscheurde alles. De Nederlandse
ambassade liet hem in de steek. Zelfs het hem toegezegde toiletgerei werd
niet bezorgd. Nu
is Piet Moorman bezig zijn Nederlanderschap terug te krijgen en weer aan werk
te komen. “Wat
ik heb verteld zei hij, “is de zuivere waarheid. Leg het accent niet op mij
al heb ik veel geleden ’t Is m’n straf geweest. Maar vertel dat de Algerijnen
ontzettend moeten lijden dat zij honger hebben dat de ellende groot is en met
geen pen te beschrijven!” |