 
    Pierre Nink is op 27
    september 1915 in Champagne door een obus aan het hoofd verwond,  
    zodat een operatie nodig bleek, met het gevolg dat hij verder ongeschikt
    voor den dienst is
    Jeugd
    Petrus Nink wordt op 23 Juni 1881 in Groningen geboren.[1]
    Als de Eerste Wereldoorlog uitbreekt is hij werkzaam als directeur van een
    biscuitfabriek[4] 
    Vreemdelingenlegioen
    In Augustus
    1914 meldt Petrus Nink, door Nederlanders ook wel
    Piet genoemd, zich als oorlogsvrijwilliger[2]. 
    Hij wordt ingedeeld bij het Franse Vreemdelingenlegioen. Binnen de Franse
    Militaire Administratie wordt voor zijn voornaam de Franse schrijfwijze
    gehanteerd, Pierre. 
    Petrus Nink dient als 2e Classe , met matricule au
    corps 42406 bij compagnie C 3 du 1er rég.
    étranger[1][a]. 
      
    27 September
    1915, Boyau de l’Archiduchesse
    tegenover de Butte de Souain
    [3] 
    27 September 1915 
    27
    September 1915: het 2e R.M. 1er R.E. bivakkeert  in het bos naast “le
    boyau de l’Archiduchesse”
    en brengt de dag door met uitbouwen van de loopgraven en schuilplaatsen om
    zichzelf te beschermen tegen het onophoudelijke bombardementen van de
    vijand, die voor zware verliezen veroorzaken, 11 doden met inbegrip van
    luitenant Louis Boutonnet, 38 gewonden waaronder
    kapitein Leroy en luitenant Voelkel. 
    Onder deze 38 gewonden zeer waarschijnlijk Petrus Nink[1][b]
    . 
    Bois de Vincennes, Maart 1917, Medaille Militaire 
    Algemeen
    Handelsblad 28-03-1917 
    “ Reeds hadden twee Hollandsen legionairs, de heren J. den Tex Bondt en J. Oxenaar, de Médaille
    Militaire verworven, een onderscheiding die in het Franse leger niet
    gemakkelijk verdiend wordt. De uitreiking aan den heer Nink
    had plaats op het oefenveld in het Bois de Vincennes,
    achter het oude kasteel, waar een “prise d'armes"
    gehouden werd. De militaire gouverneur van Parijs had de attentie gehad de
    Nederlandse kolonie uit te nodigen om tegenwoordig te zijn hij deze “prise d'armes" en velen hadden daaraan gevolg gegeven. 
    Na afloop stond er door de goede zorgen van het Comité des Engages volontaires Hollandais
    in een restaurant in Vincennes een glas champagne
    klaar. 
    De heer Nink, evenals trouwens de heren Oxenaar en Den Tex Bondt, is ernstig gewond geweest;
    hij is echter flink aan de beterende hand.” 
      
    Uitreiking van de Medaille Militaire aan Petrus Nink, Bois de Vincennes [2] 
    NINK Pétrus, Décoration : Médaille
    militaire 
    Grade : matricule 42604, légionnaire
    (active) à la compagnie C 3 du 1er rég. étranger 
    Faits de guerre : bon
    et brave légionnaire.  
    Blessé très grièvement au cours de l'attaque
    du 27 septembre 1915. Hémiplégie
    droite 
     
     
    Volgens een
    krantenartikel uit 1919 [6] , krijgt bij diezelfde gelegenheid
    nog een Nederlander R.A. Volgel een
    onderscheiding:  
    “Onder deze laatste behoort behalve de heer Vogel, nog een ander
    oud-stadgenoot, de heer Piet Nink, die vaak met
    hem zij aan zij streed. Alsof het toeval er de hand in had, werden beiden
    op denzelfden dag gedecoreerd en daar stonden de
    twee Groningers, die de eer valenze stad hoog Weteen, naast elkander, terwijl de troepen voor hen
    defileerden. 
    De heer Nink, die ondanks de afschuwelijke
    tonelen aan het front., steeds zijn gevoel voor humor bewaard had, wist
    zijn gemoed op dat treffende ogenblik niet anders te luchten dan door in
    het plat-Groningsch tegen zijn wapenbroeder te
    zeggen: „Dat mosten ze nou ies
    in Grönnei zain." 
    De hoog onderscheidde
    Petrus Nink komt daarna nog vaker in het nieuws,
    meestal samen met aan Nederlanders die onderscheiden zijn met de Medaille
    Militaire. Actief bij
    deze gelegenheden is steeds het Comité des Engages
    volontaires Hollandais. 
     
     
      
    Parijs, 14 Juli 1918, 
    Petrus Nink beidt een bos bloemen aan de
    vaandeldrager van het  
    230ème régiment d'infanterie. 
    Rechts van hem op de foto, met de hoge hoed in de hand Mr Boutelje,  
    président du comité des engagés
    volontaires hollandais, 
    daarnaast op één been Jan Oxenaar en naast hem
    nog een drager van de medaille militaire 
     Faleristiek 
     | 
   
   
    
    Bronnen:
    [1] via http://www.genealogie.com/ 
    Naturalisation 
    A l'origine cette personne était de nationalité étrangère, elle est devenue française en bénéficiant d'un décret de
    NATURALISATION. Le premier texte concernant les naturalisations
    d'étrangers en France est
    un arrêt du Parlement de Paris daté de 1515: L'enfant né en France de parents étrangers est Français s'il choisit de se fixer définitivement en France. 
    Numéro de décret :
    73-33 
    SUJET :  Nink
    Petrus 
    Naissance : le 23 juin
    1881 à Groningue (Hollande) 
    Lieu de l'acte : FRANCE 
    Date de l'acte : le 21 décembre 1932 
    Soldats distingués
    (1914-1918) 
    SUJET :  NINK Pétrus 
    Décoration : Médaille
    militaire 
    Grade : matricule 42604, légionnaire
    (active) à la compagnie C 3 du 1er rég. étranger 
    Faits de guerre : bon
    et brave légionnaire. Blessé
    très grièvement au
    cours de l'attaque du 27 septembre
    1915. Hémiplégie droite
     
    Source : Bulletin des Armées 
    [2] L'Image de la guerre : publication hebdomadaire illustrée, No
    123, Maart 1917 
    UN NEUTRE A L'HONNEUR  
    Y a-t-il encore
    des neutres ? La dernière
    décision de l'Allemagne
    relative à son blocus sous-marin nous répond catégoriquement: non. Sont restés soi-disant neutres ceux qui de par leur situation géographique sont obligés d'attendre avec anxiété les événements. Telle la Hollande. Mais qu'on soit bien persuadé que, s'il faut qu'il
    défende son territoire,
    le peuple hollandais se lèvera tout entier. Rien alors ne saura étouffer la protestation
    nationale et les digues mêmes,
    comme au temps de Louis XIV, s'ouvriront
    pour arrêter l'envahisseur.
    En attendant, que de hollandais
    combattent pour nous et
    avec nous. Et plus d'un parmi eux se distingue par e héroïsme et par sa bravoure. 
    On vient de decorer de Vincennes de la Médaille
    Militaire et de la Croix de Guerre,
    le soldat hollandais Pierre NINK, engage
    Août 1914 et grièvement
    blessé depuis. C'est cette cerémonie que représente la
    première des photographie ci-dessus.
    Sur la seconde, nous voyons le Président
    des Engagés volontaires hollandais
    M; Boutelje et Sloog, remercier chaleureusement le héros. Honour
    aux neutres ; ils savent aujourd'hui de quel côté de la balance se trouvent la justice et le droit. 
    [3] http://www.legionetrangere.fr/index.php/code-d-honneur/79-infos-fsale/569-histoire-septembre-1915-la-legion-etrangere-et-la-deuxieme-offensive-de-champagne 
    [4] Excelsior – L'Equipe Numéro d'image : 74136-1 Numéro d'inventaire :
    EXL-16890 Guerre 1914-1918. 
    Revue du 14 Juillet 1918 à Paris. 
    Mr Boutelje, président
    du comité des engagés volontaires hollandais, remet une gerbe de fleurs au porte-drapeau du
    230ème régiment d'infanterie.
    Photographie parue dans
    le journal
    "Excelsior" du lundi 15 juillet 1918. 
    [5] Algemeen Handelsblad 28-03-1917 Nederlanders in het Fransche leger 
    [6] Een Nederlander in Frankrijk. 
    [Nieuwsblad van het Noorden, 17-10-1919] 
    Onze oud-stadgenoot, de heer R. A. Vogel. die in den
    oorlog heeft medegevochten aan Fransche zijde als vrijwilliger, vertoeft voor enkele
    dagen in zijn geboortestad. Van hetgeen hij daar op het oorlogstooneel
    heeft gezien en medegemaakt, deelde hij ons het een en ander mede. Evenals
    de heer Vogel streden aan Fransche zijde nog ruim
    300 andere Nederlandsche
    vrijwilligers. Van die 300 zijn er nog slechts 48 in leven, en daarvan
    brachten er slechts 4 het zonder verwondingen af. De overigen
    zijn allen min of meer verminkt. Onder deze laatste behoort behalve de heer
    Vogel, nog een ander oud-stadgenoot, de heer Piet Nink, die vaak met hem zij
    aan zij streed. Alsof het toeval er de hand in had, werden beiden op denzelfden dag gedecoreerd en daar stonden de twee
    Groningers, die de eer valenze stad hoog Weteen, naast elkander, terwijl de troepen voor hen
    defileerden. De heer Nink, die ondanks de
    afschuwelijke tonelen aan het front., steeds zijn gevoel voor humor bewaard
    had, wist zijn gemoed op dat treffende ogenblik niet anders te luchten dan
    door in het plat-Groningsch tegen zijn
    wapenbroeder te zeggen: „Dat mosten ze nou ies in Grönnei zain." Ja. de Hollanders hebben de eer van hun
    land hoog gehouden. Waren er gevaarlijke ondernemingen te doen, dan waren
    de Nederlanders er als de kippen bij om hun leven te wagen, Zij vochten
    voor een ideaal, n.l. den oorlog zoo heftig mogelijk te voeren om het Duitsche militairisme te knakken en een volgenden
    oorlog onmogelijk te maken. Een bewijs voor hun dapper gedrag is wel dat
    allen gedecoreerd zijn en de uitlating van een Fransch
    kolonel „Ik heb veel vrijwilligers gehad bij mijn troep, maar onder hen
    waren de Nederlanden verreweg de beste." Hoe hij aan zijn decoratie
    kwam!. 
    Met een troep vrijwilligers had sergeant Vogel een blokhuis tegenover de
    vijandelijke linie gekomen, en bestookte van daaruit den vijand, .totdat
    een Duitsch officier met een witte vlag
    verscheen, die hem nadrukkelijk wees op den nuttelooze
    eener verdere verdediging, aangezien het blokhuis
    ondermijnd was en de vijand bij voortzetting van het gevecht niet zou
    aarzelen het gebouwtje in de lucht te doen springen. Sergeant Vogel wilde
    van geen overgave weten, doch liet zijn mannen volkomen vrij, waarop het
    grootste gedeelte zich overgaf. Met 8 man achtergebleven hervatte Vogel het
    gevecht en zette dit voort, totdat het zaakje in de lucht sprong. . Drie
    maanden later kwam hij in het hospitaal bij, al dien tijd buiten bewustzijn
    geweest zijnde met • een zware hersenschudding tengevolge
    (waarvan hij toen aan tongverlamming leed. Eerst veel later na een
    zorgvuldige behandeling kreeg hij zijn spraak terug. De heer Vogel vertelde
    daarna van verschillende gevechten, die hij met zijn vriend Nink medemaakte. En als hij
    aan dien tijd terugdenkt, raakt hij in vuur. zwaait met zijn armen en roept
    evenals hij dat in het gevecht deed onder de opwekkende tonen der' „Marseillaise": avant! En
    avant! C'est pour la
    France!"  
    En een ogenblik later vertelt hij met een rilling van afschuw, hoe zij daar
    in de voorste loopgraven stonden, tot de middel in de modder in de
    snerpende kou, terwijl de kogels rond hen floten en knalden. Hoe tengevolge van het zware bombardement de ravitaillering
    moest worden gestaakt en ze als wilde dieren stukken vleesch
    uit een paardelijk sneden en die rauw opaten en
    om hun dorst te lessen modderwater dronken. 
    En ondanks al deze verschrikkingen heerschte er
    in de Fransche gelederen een opgewekte geest.Of de Franschen dan
    tijdens dein oorlog _Jet veranderd zijn? I Natuurlijk. De mentaliteit van
    het Fransche volk is veranderd; de Franschman is ruwer geworden en zooals
    de heer Vogel zegt: „Hij heeft de zenuwen „a fleur de son
    peau". Bij teem klein verschil van mening
    komen direct we vuisten er bij te pas. Men oordeelt in Frankrijk niet
    ongunstig over (Nederland, verzekerde ons de heer Vogel. Het Nederlandsche
    volk is men gunstig gezind, doch meent men, dat de handelsstand in ons land
    reusachtig heeft geprofiteerd van dezen rampzalige oorlog en veel
    oorlogswinst heeft gemaakt. Langzamerhand verbetert de verhouding tussen
    den Nederlandschen en den Franschen
    handelsstand echter wel weer. 
    LE 2ème RÉGIMENT
    DE MARCHE DU 1er RÉGIMENT ÉTRANGER 
    En Champagne : septembre 1915 - La butte de Souain et la ferme
    de Navarin 
    L'assaut sur la butte de Souain et la ferme
    de Navarin 
    L’attaque se déclenche le 25 septembre 1915 mais le 2ème Régiment de Marche du 1er Étranger
    n’est véritablement engagé que le 28. Dans l’immédiat, il est en réserve du corps d'armée coloniale, au Sud de Souain. La Division Marocaine est située à droite de la 4ème Armée et à pour objectif
    la prise de la butte de Souain. 
    A 9 h 15 sous une pluie diluvienne, les troupes bondissent des tranchées de départ et s’élancent vers les tranchées
    allemandes.  
    A 11 h, le régiment
    reçoit l'ordre de se porter à hauteur de la place d'armes de l'Opéra.Ce mouvement s'effectue
    sous une pluie
    violente, dans la boue et dans une atmosphère empuantie par les gaz. Le régiment parvient à l'endroit fixé, où il reçoit
    l'ordre de nettoyer le saillant de Presbourg. La densité des tirs d'artillerie oblige les unités à utiliser les boyaux de plus en plus encombrés
    pour aller mettre hors de combat
    les derniers défenseurs
    du saillant, et prendre contact avec le régiment
    frère dans l'ouvrage de
    Wagram.  
    A 16 h, le régiment
    est mis à la disposition
    de la 10ème D.I.C. et reçoit la mission de poursuivre vers les bois U 23
    et U 24. En abordant le
    bois C 2, les compagnies tombent
    sur les fantassins du
    171ème RI et du 2ème Régiment de Marche du 2ème Étranger. Les trois régiments organisent ensemble
    le bois et ses abords. 
    Vers 22 h, ordre est donné au 2ème Régiment de Marche du 1er Étranger
    de prendre liaison avec
    le 42ème R.I.C. qui se trouve dans le bois U 22. Le Bataillon B organise le boyau de l'Archiduchesse, et aménage une tranchée dans les bois U 21
    et U 22. Sans être engagé
    à fond le régiment a perdu dans la journée 2
    officiers et 146 sous-officiers et légionnaires tués, blessés ou disparus.  
    Au cours de la journée du 26, le régiment reste en place sous un bombardement violent qui éprouvent durement la troupe.
    Au 2ème Régiment de Marche du 1er Étranger les pertes sont à peine inférieures à celles de la veille. 
    Le 27, les légionnaires retrouvent leurs camarades du 2ème
    Étranger au sein de leur brigade reconstituée ainsi que ceux du 4ème Tirailleurs. 
    [7] Louis Jacques Marie Eugène BOUTONNET, Mort pour la
    France le 1915 (Souain-Perthes-lès-Hurlus, 51 - Marne), Né(e) le/en 28-12-1886 à Dreux (28 - Eure-et-Loir, France), Carrière,  Grade sous-lieutenant,
    Unité, 1 er régiment étranger - 2ème régiment de
    marche, Classe 1904, Bureau de recrutement Rouen Nord (76), Matricule au recrutement 1054,
    Mention Mort pour la France, Lieu
    de transcription du décès
    Dreux Département de transcription du décès 28 - Eure-et-Loir 
    [a] Het is niet duidelijk welke
    eenheid precies met “compagnie C 3 du 1er rég. étranger” bedoeld wordt. 
    Op basis van de plaats en de datum waarop Petrus Nink
    zijn verwondingen opliep kan het een van de volgende eenheden geweest zijn 2e R.M. 1er R.E. of 2e R.M. du 2e R.E. 
    Waarschijnlijk dat het 2e R.M. du 1 .R.E. bedoeld wordt. De bataillons hadden een letter als indentificatie
    A,B,C en D. 
    Op basis daarvan bataillon C, 3e Cie 
     |