De Zoon van de Generaal
Het zou zomaar de titel van een pulproman kunnen
zijn, zoals er honderden verschenen zijn met het Franse
Vreemdelingenlegioen als decor. Vooral de Duitsers, met bijvoorbeeld de
meer dan 100 titels tellende serie “Norbert Falk
in der Fremdenlegion” en de Amerikanen schijnen
er dol op te zijn geweest.
Maar ondanks het feit dat er heel veel om en over het Franse
Vreemdelingenlegioen verzonnen is hebben ze echt bestaan legionairs die
voorheen Prins, Bisschop, Filmster of Generaal (Sous-Lieutenant
Kreschatisky) waren geweest. En zo was er ook een
zoon van een Nederlandse Generaal.
Deze Nederlandse Generaal was Frederik
Jacobus Quanjer, geboren op 20 mei 1875 in
Naarden.
Frederik Quanjer werd
in 1911 bevorderd tot Kapitein en in 1926 tot Kolonel. In 1928 werd hij
benoemd tot Generaal-majoor en in 1931 gepensioneerd met de rang van
Luitenant-Generaal.
Vervolgens was hij tot 1938 Territoriale
bevelhebber van Friesland, Groningen en Drenthe.
Frederik Quanjer was Ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw
en Officier der Orde van Oranje-Nassau, voorts drager van het
Mobilisatiekruis en de Watersnoodmedaille in zilver.
F.J. Quanjer tijdens de Nationale landdag
van de nat. bond 'Het Mobilisatiekruis'
op de officiële tribune tijdens het Wilhelmus [4]
Aaldert Arnold Jan
Quanjer, geboren
op 30 Oktober 1904 in Den Haag, was het eerste kind van Frederik
Quanjer en zijn vrouw Hendrika Brandts-Buys.
Net als zijn vader kiest Aaldert Quanjer voor een militaire loopbaan.
In Juni 1926 slaagt hij voor het
officiers-examen aan de Kon. Mil. Academie, “Artillerie hier te lande” [3]
en wordt later bevorderd tot 1e Luitenant bij de Artillerie.
Op 29 Januari 1931trouwt hij in Terheyden met
Emilie Verloop.
Dan gaat er iets mis, in 1934 wordt Aaldert Quanjer wegens wangedrag uit Militaire Dienst ontslagen
[NA 2 Oktober 1943]. Het jaar daarop 1935, loopt ook zijn huwelijk stuk, op
23 Augustus, wordt de Echtscheiding uitgesproken.
Vier maanden later meldt Aaldert Quanjer zich op 4 December 1935 bij het Franse
Vreemdelingenlegioen in Zuid-Franse havenstad Marseille. De keuze voor
Marseille is best wel opmerkelijk omdat de meeste Nederlanders zich in die
tijd voornamelijk melden bij rekruterings bureaus
dichter bij huis zoals Lille.
Aaldert Quanjer maakt
gebruik van mogelijkheid om onder een andere naam te dienen, zijn alias
wordt Marcel Barmont, zijn Matricule
63.556.
Rekrutering Noord Afrika 1943
Acht jaar later duikt de naam Aaldert
Quanjer op bij het Departement van Oorlog, bureau
Londen.
Res. Kapitein P.W.A. van der Versteeg, in Algiers
belast met de rekrutering van Legionairs van Nederlandse oorsprong om
dienst te nemen bij de Nederlandse Strijdkrachten in het Verenigd
Koninkrijk , rapporteert aan de Minister van Oorlog op 18 September 1943
het volgende:
“Van den Vice-Consul te Oran, ontving ik heden bericht dat hij bezoek ontving
van de Nederlandsche Legioensoldaat Aaldert
(Albert?) Arnoldt Jan Quanjer,
waarvan hij het volgende meedeelt:
“Marcel Barmont, nom d’emprunt
sous lequel il s’est engagé a la Légion le 4 Décembre 1935 ( a Marseille). Il
est donc rengagé. No d’inc. 63556 – 50e
Compagnie de Sapeurs des Chemins
de Fer – La Stidia –
Georges-Clémenceau (Oran).
Aaldert Arnoldt Jan Quanjer est son vrai nom. Ne a la Haye le 30 Aout 1904. A été officier dans l’Armée néerlandaise – 1er Lieutenant
d’Artillerie 1924-1934. Quanjer
demande”a s’il
peut rejoindre l’armée néerlandaise. b avec quel grade? c si les anées
pasées a la legion lui seront comptees dans l’armée néerlandaise pour la
retraite – d si un document peut lui etre delivre constatant qu’il est Hollandais de naissance.
Quanjer m’a déclare que tous ces papiers etaient restes a Marseille au
bureau militaire S.I.L.E. (passeport, permis de conduire, commission d’officier, diplome d’etudes, etc.).
Enfin Quanjer ne veut prendre de décision qu’apres avoir reçu reponse aux diverses questions ci-dessus.”
Kapitein van der Versteeg, bericht verder:”Ik heb hierop geantwoord dat hij als
vrijwilliger kan dienstnemen in het Nederlandsche Leger in het V.K., mits
hij over bijzondere bekwaamheden beschikt (instructie d.d. 16.7.1943, punt 2bb.),
dat ik echter niet weet in welke rang en evenmin of zijn dienstjaren bij
het Legioen medetellen, doch dat ik Uwer Excellentie om instructies zou
verzoeken. Tevens heb ik hem een vragenlijst ter invulling en teekening toegezonden en hem om meerdere inlichtingen
verzocht. Ik moge Uwer Excellentie beleefd verzoeken mij telegrafisch
instructies te willen zenden”.
Enkele dagen later wordt inderdaad een telegram
verstuurd
30/9 Nr. 12
2 October 1943.
Afd. I B
Nr. 6
Onderwerp: Recrutering Noord-Afrika.
Ik heb de eer Uwer Excellentie beleefd te verzoeken, door tussenkomst
van den Consul-Generaal te Algiers het hierna volgende, voor den Res. Kapitein van der STEEG bestemde vertrouwelijke
telegram te doen verzenden:
“RUB 18 September 1943 Quanjer oud beroepsofficier
zoon Generaal Quanjer wegens wangedrag ontslagen
waarschijnlijk 1934 stop Verzoeke inlichtingen
inwinnen betreffende zijn gedrag en staat van dienst Vreemdelingenlegioen
en zo mogelijk uw persoonlijke indruk van hem stop Hiervan afhankelijk zijn
beslissing opname Nederlandsche Leger als soldaat komma dienstjaren Legioen
tellen niet mede stop verwacht telegrafisch antwoord stop Gastel komma Burgers en Nielen
aangekomen stop Oorlogsminister.”
DE MINISTER VAN OORLOG,
voor den Minister,
de Luitenant-Generaal, J.F. v.d. Vijver .
Aan Zijne Excellentie
den Minister van Buitenlandsche Zaken.
AG/Col.
In Januari 1944 concludeert de Vice
Consul in Oran dat Aaldert
Quanjer niet echt gewenst is en men zeker niet
aan zijn gestelde eisen wil voldoen.
Ondertussen in Nederland werkt zijn vader Frederik
Quanjer openlijk samen met de bezetter, een feit,
indien bekent in London, niet ten gunste zal zijn geweest van de Zoon. Na de
oorlog zal Frederik Quanjer
hiervoor veroordeeld worden tot 18 maanden gevangenisstaf vanwege
collaboratie met de vijand.
Van zijn tijd in het Legioen is tot nu toe weinig
bekent. Uit de verschillende correspondentie lijkt het erop dat hij ondanks
het feit dat hij ex-officier was, in het Legioen gediend heeft als gewoon
Legionair. Zijn eerste vijf jaren zitten erop in December 1940 en
waarschijnlijk heeft hij toen bijgetekend.
In 1943 dient Aaldert Quanjer
bij de 50e Cie. De Sapeurs des Chemins de Fer, wat geen
Legioen eenheid is. Hij kan gedetacheerd zijn geweest maar het kan ook zo
zijn dat zoals wel vaker in die periode Quanjer,
na afloop van zijn dienstverband in het Legioen en niet in staat huiswaarts
te keren in zekere mate gedwongen werd dienst te nemen in een van de vele
werkeenheden, waarin “ongewenste” buitenlanders werden geplaats.
We weten nog dat hij op 4 Mei 1945 in Marseille voor
de tweede keer trouwt en hij en zijn vrouw twee dochters krijgen [4].
Op 11 November 1969 overlijd “de Zoon van de Generaal” in Marseille.
|