Theodorus Petrus Hubertus de Crauw
No Matricule: 16.015 E.V. 1914
06-03-1914 - 13-01-1919

De Correctie

Den Haag, Januari 1915, enkele maanden nadat de Eerste Wereldoorlog is uitgebroken, schrijft Secretaris-Generaal Hannema, voor den Minister van Buitenlandsche Zaken een brief aan den Heer Ridder de Stuers, Buitengewoon Gezant en Gevolmachtigd Minister van Hare Majesteit de Koningin der Nederlanden te Parijs[b].
De brief betreft een, herhaald, verzoek van de vader[c] van Theodorus Petrus Hubertus de Crauw hem mee te delen of de Franse Regering er in heeft toegestemd zijn minderjarige zoon op grond van ontoerekenbaarheid uit het vreemdelingenlegioen te ontslaan, of anders hem met het resultaat van de bemoeiingen in kennis te stellen.
Aan het einde van de brief staat het adres waar Theodurus de Crauw in het Vreemdelingenlegioen te bereiken is. Bij het uitwerken van de brief vergeet de schrijver in eerste instantie het No Matricule (Registratienummer) op te nemen, wat daarna duidelijk zichtbaar moet worden gecorrigeerd, het nummer is 16015.
Wat ging er vooraf?

Jeugd

Theodorus Petrus Hubertus de Crauw wordt op 23 februari 1894 in Amsterdam geboren.[1].

Vreemdelingenlegioen

Op 6 Maart 1914 neemt de dan net 20 jaar oud geworden Theodorus de Crauw dienst in het Franse Vreemdelingenlegioen. Volgens de Nederlandse wet is Theodorus de Crauw dan wel minderjarig dat is jonger dan 21 jaar volgens de Franse wet echter met een leeftijd van ouder dan 18 jaar al meerderjarig. Een verschil met grote gevolgen voor jonge man in kwestie of de vaak wanhopige ouders.
Door beperkte informatie en een sterke stereotypering van Franse Vreemdelingenlegioen in kranten, tijdschriften en boeken ,"Marcheer of krepeer", was er een beeld ontstaan dat dienst nemen ongeveer gelijk stond aan een doodvonnis.

Brief van de Vader
Enkele maanden na het toetreden van Theodurus de Crauw, neemt de vader op 31 Juli 1914 contact op met de Minister van Buitenlandse Zaken met het verzoek zijn zoon ontslag te verlenen uit het Franse vreemdelingenlegioen op grond van zijn minderjarigheid en onberekenbaarheid. Een attest van de onberekenbaarheid opgesteld door de Arts M. Barnstein Jzn. uit Amsterdam wordt in een Franse Vertaling toegevoegd.

De Minister schat vanaf het begin de kans van slagen laag in maar schrijft toch een brief aan de Buitengewoon Gezant voor Nederland te Parijs de Heer Ridder de Stuers. Hij schrijft: “Ofschoon blijkens Uw schrijven dd. 16 Februari 1912, No. 207M/93, de Fransche Regering ontslag van minderjarigen boven de 18 jaar uit het vreemdenlegioen steeds weigert, komt mij eene goedgunstige beschikking op grond van ontoerekenbaarheid van den bewusten minderjarige in het onderhavig geval niet buitengesloten voor […].

Kort daarna breekt de Eerste Wereldoorlog uit, wat de onrust bij de ouders waarschijnlijk alleen nog maar toe laat nemen en niet ten onrechte de verliescijfers in het Franse Leger en zeker die van het Vreemdelingenlegioen zijn enorm.
De vader Petrus Hubertus de Crauw herhaald zijn verzoek wat aanleiding is van de brief van de Minister aan de Gezant te Parijs van Januari 1915.

In een brief van 17 mei 1915 zegt de Nederlandse Gezant in Parijs dat er
geen aanleiding is Theodorus de Crauw ontslag te verlenen uit het Franse vreemdelingenlegioen op grond van zijn minderjarigheid en onberekenbaarheid.
Volgens de Gezant in Parijs weigert de Franse regering ontslag van iedere man ouder dan 18 jaar uit het vreemdelingenlegioen. Het lukt hem dan ook niet om De Crauw uit het Vreemdelingen te krijgen.

Het roept natuurlijk ook de vraag op of Theodorus de Crauw zelf wel uit het Vreemdelingenlegioen wou en terug naar huis?

Jorge Groen, auteur van het boek Nederlanders in de Grote Oorlog, scheef enkele jaren geleden op zijn website de GreatDutchWar over de Crauw:
“Hoe het hem is vergaan in de oorlog, die hij voor zover bekend wel heeft overleefd, is onbekend”.

Vervolg onderzoek

De eenheid

In de brieven over Theodorus de Crauw wordt zijn eenheid als volgt aangeduid:
“1er Regiment Etranger, 1ere Compagnie 2eme Section, M’Cauw Maroc Oriental”.
Een plaats met de naam M’Cauw bestaat niet in Oost Marokko maar wel de plaats M’Coun ,ook wel M’çoun of Msoun geschreven.
De plaats ligt in de buurt van de stad Taza.
In Msoun is eind 1914 het 1er bataillon van het 1er Régiment de Marche du 1er Régiment Étranger gelegerd. De 1ere Compagnie maakt deel uit van het 1er bataillon, dus dat het bij M’Cauw om Msoun handeld is vrijwel zeker.

Postkaart uit ca. 1913
Daarop afgebeeld Legionairs van de 1er Cie du 1er Etr.
als escorte van een konvooi tussen Merada en Msoun

Wat verder onderzoek vaak lastig maakt is het feit dat zelf de officieren van deze eenheid de volledige vaak naam niet gebruiken dus b.v. in plaats van 1er bataillon du 1er Régiment de Marche du 1er Régiment Étranger, slechts 1er bataillon du 1er Régiment Étranger. Eenduidige toewijzing van personen en documenten dus vaak niet mogelijk gezien feit dat er in Frankrijk nog 3 Régiment de Marche van 1er Régiment Étranger waren.
Aangezien ondanks de vraag naar versterkingen voor de strijd in Frankrijk, groot was, wilde Frankrijk echter ook niet riskeren de vrij recent bezette gebieden in Marokko op de geven.
De kans is dus groot dat Theodorus de Crauw gedurende de Eerste Wereldoorlog bij zijn eenheid in Marokko bleef.

Memoire des hommes

Sinds enkele jaren in het mogelijk onderzoek te doen naar de militairen die gevallen zijn voor Frankrijk tijdens de Eerste Wereldoorlog via de website http://www.memoiredeshommes.sga.defense.gouv.fr

Een de Crauw, treffen we niet aan wel een Gustave CRAUWELS en een Theodore CRAUWENS geboren 24-04-1890. Dit is het “Fiche” van CRAUWEN.
De nog net doorgevoerde correctie in 1915 zorgt nu 100 jaar later voor dat we weten wat er met Theodore de Crauw gebeurt is,het No Matricule is identiek 16.015. Na 1914-1918 overleefd te hebben overlijdt hij op 13 Januari 1919 in Marrakech Marokko aan de gevolgen van een longontstekking.
Ondanks “ontoerekenbaarheid” had hij de rang van Sergent bereikt in het 1er Regiment Etranger.
Nog een kleine twee maanden en zijn contractuele diensttijd van 5 jaar had erop gezeten.

Verder onderzoek gaande, heeft U meer informatie laat het mij weten via:

NLLegioen@hotmail.com

Bronnen:

[1] SGA - Mémoire des hommes

[2] Nationaal Archief, Den Haag, Ministerie van Buitenlandse Zaken: Gezantschap

[3] https://www.parlement.com/id/vg09lly7pvz8/a_l_e_ridder_de_stuers

[a] Secretaris-Generaal Buitenlandse Zaken 1902-1919 mr. S. Hannema

[b] Mr. A.L.E. ridder de Stuers, Limburgse edelman die ruim een halve eeuw diplomatieke functies vervulde, waarvan vierendertig jaar als gezant in Parijs. Die post vervulde hij onder meer tijdens de Eerste Wereldoorlog, nadat hij eerder in 1870, tijdens de Frans-Duitse oorlog, al een bijzondere missie had vervuld bij de Franse regering in Bordeaux.

[c] P. de Crauw middenweg 74, Watergraafsmeer

Versie 16-01-2016