Jan van Unen
Mle 93.877
08-1952 – 04-05-1954 (Vermist)
Voor
Jan van Unen liep de weg naar de hel via Parijs, Marseille en Sidi-bel-Abbes
rechtstreeks naar Dien Bien Phoe, het Franse Waterloo van de twintigste eeuw
in Indo-China. Maar het begon allemaal in het Noordfranse Lille. |
Marseille,
Sidi-bel-Abbes. De schietbaan Nam Khanmisis. Olijfplantages,dadelpalmen en de
slordig getande bergkammen van een uitloper van het Atlasgebergte vormen het
decor, waarboven de trillende hittespiegelingen lijken te buikdansen. |
Het élitekorps van Europees geteisem |
De
legionairs, het elitekorps van Europees geteisem zonder identiteit.
Frankrijks beste weggóoisoldaten. "Avec ma Blonde," zingen de
Fransen en Noordafrikanen, terwijl ze in de hinderlagen van de guerrilla's
lopen. "Roosje op de Heide," galmen de Duitsers tot pal voor de
laatste booby-trap van de Viet Minh. En Jan van Unen? Die zingt over dat potje
met vet. Van het eerste tot en met het 678ste couplet, want om de een of
andere reden blijft hij almaar doorlopen, terwijl de angstdiarree als
chocomel uit zijn gecamoufleerde broekspijpen loopt. Wellicht had hij beter
wél kunnen vallen, toen en daar, Jan van Unen. Onder de bloedrode zon van
Indo-China. Maar Jan van Unen is taai, bijna net zo taai als die kleine
mannetjes met die, grote ronde strohoeden, die overal en nergens zijn. Dan
Dien Bien Phoe een der grootste blamages uit de moderne krijgsgeschiedenis.
Dien Bien Phoe, de macabere fata morgana van een generatie ondeskundige,
uitgebluste Franse generaals. Dien Bien Phoe, het abattoir van de Franse
strategische zelfmoord. |
Artikel Panorama omstreeks 1983 |
1. Operatie "Tulipe",10.11.1951, is de laatste gevechtsoperatie waarbij JU52 toestellen gebruikt worden voor het droppen van parachutisten. |
2. Diende als Legionnair 1er classe,
bij het 2e Bataljon van het 5e REI. |
XII-BS Johannes (Jan) van
UNEN, zoon van Johannes van UNEN (XI-BO) en Dijmphena van NIJNATTEN,
militair Frans vreemdelingenlegioen en nachtwaker, is geboren op 28-6-1928 in
Rucphen.
Jan verliet het
ouderlijk huis op 27 augustus 1952 omdat hij het tirannieke bewind van zijn
vader beu was. Hij ging naar Frankrijk in de hoop daar als dagloner bij boeren
te kunnen werken. Hij werd echter zonder het te beseffen in Lille gerecruteerd
voor het Franse Vreemdelingenlegioen, toen hij daar een marechaussee naar een
goedkope slaapplaats vroeg.
Na een zware training in Noord-Afrika belandde hij in Vietnam om aan de strijd
van de Fransen tegen de Viet Minh deel te nemen. Hij raakte bij een
parachutesprong gewond (verbrijzelde schouder en twee kogels in zijn hoofd die
daar 20 jaar blijven zitten), werd krijgsgevangen gemaakt en leefde 10 maanden
op een blikje koffiemelk en een kommetje rijst per dag. Na terugkeer als
staatloze in Frankrijk kreeg hij een baantje als nachtwaker en ontmoette zijn
vrouw (een verpleegster) na een van zijn vele operaties. Het bedrijf waar hij
werkte ging in 1978 failliet. Hij kon daarom zijn huur niet meer betalen.
Sindsdien leefde hij van een kleine uitkering in een caravan op een soort
vuilnilsbelt vlak bij Parijs zonder gas, licht en water. In 1984 heeft het
weekblad Panorama een inzamelingsaktie voor hem gehouden.
Versie
20-02-2016