Inleiding
Weinig is er tot nu toe over Mathieu Peters
bekent.
Zijn naam komt in officiële documenten voor in een rapport van het
Consulaat der Nederlanden te Algier van 18
September 1943.
“Op pag. 4 onder b sub 2, is er sprake van de Légionnaire
PETERS, Mathieu. Volgens de sergeant BOUSCH, zou deze Légionnaire,
sergeant in het 3e Regiment Etranger,
den 19 Januari 1943 krijgsgevangene der Italianen gemaakt zijn en zich in
het “Camp Concentrament P.G. n 64 P.M. 3400
bevinden, vanwaar hij BOUSCH een briefkaart heeft gezonden.
De laatste gebeurtenissen in Italië maken het niet onmogelijk dat PETERS
bevrijd is en zich bij de Geallieerde Krachten bevindt. Ik het de Engelsche, Amerikaansche en Fransche legerautoriteiten verzocht zoo mogelijk
inlichtingen omtrent PETERS verblijf te willen verstrekken”.
Meer dan een maand later komt Peters voor in
overzicht van Legionairs van Nederlandse herkomst die dienden in het 3e
Regiment Etranger, van 26 Oktober 1943. Deze
lijst was opgesteld op verzoek van het Consulaat der Nederlanden te Algier.
In deze lijst staat Mathieu Peters, rang Sergent, als vermist vernoemt bij Oued
Kebir [Tunesië] op 18
Januari 1943 met het registratie nummer 9.197.
Als onderdeel van operatie Eilbote vielen de
Duitse Troepen in Tunesië in Januari 1943, de Franse stellingen in het
heuvellandschap voor Tunis aan. De overmacht en het verrassingseffect waren
zo groot dat ook de commandopost van het 3e Regiment Etranger onder de voet gelopen werd en het beroemde regimentsvaandel
buit gemaakt werd. Koren op de molen voor de Duitse Propaganda.

In verdere correspondentie van het Consulaat der Nederlanden van 11
December 1943 wordt Peters nog eens genoemd: “ PETERS …. Hiervan was het reeds bekend
dat hij krijgsgevangene in Italië is’’.
Zijn registratie nummer 9.197 is hem waarschijnlijk toegewezen in 1941
nadat hij zijn contract met het Legioen verlengde. Op basis van zijn rang
als Sergeant is namelijk af te leiden dat hij al langer, minimaal 5 jaa,r mogelijk nog langer in het Legioen diende. De
oudere vooroorlogse registratie nummers waren door de oorlogsomstandigheden
niet meer hanteerbaar.
Verder geen informatie over Mathieu Peters…
Tot Juni 2015, via de familie van der Blom krijg ik een scan van een
briefkaart die Max, Caporal Chef Peters,
registratie nummer 9197 dienende bij het 2 Bataljon van het 3 Regiment Etranger en op dat moment aan het werk aan de weg bij Azrou [Marokko] op 1 Juni 1942 schrijft aan Piet van
der Blom, eveneens van Nederlandse herkomst die op dat moment dient bij het
3 Escadron van het 1 Regiment Etranger
Cavalerie in Fez [Marokko].
Een blik op de kaart laat zien dat Fez en Azrou niet zover van elkaar liggen.

Uit de correspondentie is af te leiden dat ondanks
het werk aan de weg Mathieu Peters nog kan genieten van de omgeving. Ook
blijkt eruit dat de Nederlandse Legionairs onderling contact hadden, Piet
van der Blom met ene Leen en met Mathieu Peters.
|